Op 18 juni neemt theoloog en voormalig hoofdaalmoezenier bij justitie, emeritus prof. dr. Fred van Iersel, afscheid van de universiteit van Tilburg. Hij houdt in zijn afscheidsrede een pleidooi voor de terugkeer van waarden in instituties gedreven door de overheid. Die moeten in de plaats komen van het heersende pragmatisme waarin de overheid instellingen ziet als bedrijven en de burgers als klant.
Door zijn werk als adviseur theologie en beleid bij de geestelijke verzorging en zijn contacten met militairen komt Van Iersel tot de conclusie dat deze laatsten niet goed zijn voorbereid op het maken van ethische afwegingen in hun werk en met name in tijden van gewapende conflicten. In zijn rede laat Van Iersel zien hoe het ethische onverschilligheid – in de vorm van cynisme, amoreel pragmatisme en ethisch relativisme – in feite het ethisch pluralisme en daarmee de morele keuzevrijheid ondermijnt. Terwijl die nu juist de voorwaarde is voor democratische opinievorming en morele oordeelsvorming.
Zorgplicht tegenover militairen
De democratische rechtsstaat leeft van waarden die hij niet zelf vaststelt. Precies dit besef wordt ondermijnd door overheden die de hen toevertrouwde instituties primair zien als bedrijven. Zij genereren een cultuur van reductionistisch pragmatisme en maken daarmee hun burgers tot klant. In plaats van naar zichzelf te kijken als een door waarden gedreven organisatie die blijvend schatplichtig is aan normatieve oriëntatie, en aan mandatering door burgers.
Van Iersel maakt zich sterk voor meer en betere ethische vorming voor militairen. Het maken van morele keuzes veronderstelt niet alleen handelingsvrijheid, maar ook de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging – dus de keuze van een Godsbeeld, mensbeeld en een beeld van het goede samenleven. De overheid moet enerzijds terughoudend zijn met morele prescripties, maar heeft anderzijds op dit gebied wel een zorgplicht tegenover militairen.
Bron: Tilburg University