De Protestantse Theologische Universiteit start in september met een vijfjarig onderzoek naar de relatie tussen christelijk geloof en grond. In het project gaan onderzoekers concreet aan de slag met theologische doordenking van de waarde en betekenis van grond, specifiek in het licht van klimaat- en ecologische vraagstukken. Dat doen ze samen met christelijke boeren en geloofsgemeenschappen en diverse kennisinstituten en maatschappelijke partners. Onderdeel van het project is een omvangrijk kwantitatief onderzoek in samenwerking met het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Waarom dit project?
Naar schatting de helft van de boeren in Nederland heeft een christelijke achtergrond. Daarnaast bezitten veel kerken zelf ook grond: rond het kerkgebouw, parkeerplaatsen, begraafplaatsen en landbouwgrond die zij verpachten aan boeren. En dan hebben we het nog niet over de grond die kerkleden bezitten en beheren. Samen betekent dit dat christenen en kerken op tal van manier belang hebben bij grondkwesties, zoals de zorgelijke kwaliteit van een groot deel van de Europese landbouwgrond, de huidige landbouwdiscussie of de nieuwe pachtwet. Er is nog maar weinig bekend over de rol die geloof speelt in hoe christenen omgaan met de grond die zij bewonen en bewerken. Ook hebben christelijke geloofsgemeenschappen doorgaans een visie op grond waarin theologie of geloof geen noemenswaardige rol spelen.
Het project van de PThU draagt bij aan de ontwikkeling van een verantwoord theologisch perspectief op grond in het licht van klimaat- en ecologische vraagstukken. Allereerst door een diagnose te leveren van hoe christenen op dit moment omgaan met grond en welke overtuigingen daarin een rol spelen. Daarnaast door een gids te ontwikkelen die een weg kan wijzen naar een visie op grond niet alleen theologisch verantwoord is, maar ook economisch en sociaal.
Waarom de term ‘grond’?
De focus op ‘grond’ maakt vraagstukken rond klimaat en ecologie concreet. Grond is de aarde die je in je handen kunt houden, maar ook stukken landbouwgrond. Het gaat uit van de materie en houdt ons daarmee weg van alleen abstract denken. Daarnaast is grond een verbinder: alle mensen leven op de grond en van de grond. Grond biedt een basis voor het onderlinge gesprek tussen gelovigen, niet-gelovigen, theologen en andere experts. Tot slot start het project bij de grond, en niet bij de mens. Daarmee richt het zich op de verbondenheid van mensen met alle niet-menselijke schepselen. Zij leven immers allen op, in of van de grond.
Samen met boeren, geloofsgemeenschappen en andere betrokkenen
Het project is collaboratief: we werken samen met boeren, geloofsgemeenschappen, kerkrentmeesters, diakenen, predikanten en lokaal betrokkenen bij de grond. Dat doen we in vier deelprojecten:
In de deelprojecten werken verschillende disciplines (theologisch en niet-theologisch) samen om de centrale vraag van het hele project te beantwoorden. Samenwerking met betrokkenen in de praktijk is veelbelovend. Het biedt namelijk zicht op welke geloofsovertuigingen er voor de betrokkenen al dan niet toe doen als het gaat om de verbinding met de grond. Door in het onderzoek ook te werken aan nieuwe experimenten met grond levert het concrete voorbeelden op, die aanstekelijk kunnen zijn voor anderen. Zo kunnen christenen en christelijke gemeenschappen inspirerende voorlopers en bondgenoten zijn voor diverse maatschappelijke duurzame initiatieven die momenteel proberen gemeenschappen te creëren van mensen die zorg willen dragen voor de grond.
Partners
De PThU voert het onderzoek uit samen met het Sociaal en Cultureel Planbureau en Wageningen University and Research (WUR). Aeres Hogeschool in Dronten is beoogd onderzoekspartner. De Maatschappij van Welstand is maatschappelijk partner in het project. Het project wordt uitgevoerd door vier promovendi en een team van senior onderzoekers.
Bron: PThU