Hans de Waal promoveert op 2 december op zijn onderzoek naar ‘Diaconaat en ouderen.’ Een theologisch onderzoek naar de diaconale roeping van de kerk in de context van vergrijzing. De promotie vindt plaats in Groningen.
Aanleiding en centrale vraag
Diaconaat en ouderen zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar. Diaconieën en diaconale organisaties bieden vanouds hulp en aandacht aan kwetsbare ouderen. In kerkelijke gemeenten is bezoekwerk aan ouderen een centrale activiteit. Aan de andere kant behoren ouderen zelf tot de meest actieve vrijwilligers. Door vergrijzing zijn er meer ouderen dan voorheen en groeit ook de onderlinge diversiteit. Hoe gaan kerkelijke gemeenten en diaconieën om met ouderen van nu?
Bewustwording diaconale aandacht voor ouderen
‘Het diaconaat heeft me altijd aangesproken.’ aldus Hans de Waal. ‘Diaconaat is een voorbeeld van de sociale betrokkenheid die samenhangt met kerk en christelijk geloof. Maar het riep bij mij ook vragen op: Wat is diaconaat eigenlijk, waar komt het uit voort en wat kan het betekenen? Diaconiewetenschap is een nog jonge loot aan de (praktisch-) theologische stam. Toen ik na afronding van de studie de kans kreeg om als aio Diaconaat aan de slag te gaan, hoefde ik daar niet lang over na te denken. Diaconaat draait om barmhartig zijn én recht doen; aandacht schenken én kritisch durven zijn. Een van de grote vragen voor kerk en samenleving in de eenentwintigste eeuw is hoe om te gaan met het proces van vergrijzing en de aanwezigheid van steeds meer ouderen. Een eenzijdig beeld van vergrijzing als bedreiging, ook voor kerk en diaconaat, behoeft nuancering. Het doet geen recht aan de vele ouderen die, in al hun variëteit, het ‘verborgen onderwerp’ (hidden subject) zijn van ieder spreken over vergrijzing. Bewustwording rond dit thema behoort tot de diaconale roeping van de kerk in de huidige context. En daar draag ik graag aan bij.’
Wetenschappelijk onderzoek naar diaconaat
In de studie van De Waal wordt de relatie tussen diaconaat en ouderen op een fundamentele en contextuele manier onderzocht. Wat is eigenlijk diaconaat? Wie zijn ouderen? Waarin verschilt de vergrijzing van de kerk met die van de samenleving? Als voorbeeld dient het diaconaat van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Lokaal en landelijk beleid wordt geanalyseerd op de ‘aanwezigheid’ en de waardering van ouderen en vergrijzing. Diaconaal ouderenwerk wordt in een historisch en diaconaal-theologisch kader geplaatst. Erkenning en ontmoeting blijken sleutelwoorden voor het verstaan en beantwoorden van de diaconale roeping in de context van vergrijzing. Het slothoofdstuk biedt een perspectief voor de nabije toekomst van een kleiner wordende, diaconale kerk – met veel ouderen.
Conclusies van het onderzoek
In de periode tussen ca. 2006-2016 is vergrijzing een beladen onderwerp in visie- en beleidsdocumenten van de Protestantse Kerk. De geringe aandacht voor ouderen in kerkelijk beleid staat in geen verhouding tot de grote reële aanwezigheid van ouderen in de kerkelijke gelederen. Het omgekeerde is het geval is met aandacht voor jongere generaties. Bewustwording en onderkenning van de aanwezigheid van veel ouderen behoort tot de diaconale roeping van de kerk in de context van vergrijzing. Diaconieën kunnen met dit doel de aanstelling van kerkelijk werkers en diaconaal werkers en andere beroepskrachten bekostigen. Het organisatorische diaconaat (diaconieën en het ambt van diaken) levert een onmisbare bijdrage aan kerk-zijn en kan niet gemist worden, ook niet in tijden van krimp, reorganisatie en het zoeken van nieuwe kerkvormen.
Over Hans de Waal
Hans de Waal (Alblasserdam, 1981) studeerde Godgeleerdheid in Leiden (2000-2009) en voltooide daar ook de Kerkelijke Opleiding (2007-2009) aan de PThU, Vestiging Leiden. Tussen 2009 en 2013 was hij assistent in opleiding Diaconaat (PThU Leiden, na 2012 Amsterdam). In 2013 en 2014 was hij pastoraal medewerker in de protestantse gemeente De Open Hof in Oud-Beijerland. Sinds 2015 is hij predikant in de protestantse gemeente te Nijland (Súdwest-Fryslân). Hij is getrouwd en vader van een zoon.
Bron: PThU